Leeskring

Al jaren komen de leden van de leeskring iedere maand bijeen om een gelezen boek te bespreken.
Hieruit ontstaan gesprekken over persoonlijke zaken, die ook in het boek voorkomen.
Helaas zijn we nog met maar 5 leden, dus willen graag uitbreiden.

Aan het eind van de ochtend, wordt altijd een gedicht voorgedragen.
Een van die gedichten:

Het vragend Koosje

’t Knaapje met dat zwart gezigt
’t welk mij niet verstaat;
Vader! Zou het zonde zijn
Als ik ’t Moortje haat?

’t Is zoo lelijk in mijn oog
Met een apensnoet:
Is dat Joodje ook al een mensch
Met dat schoenengoed?

De vader:
Gij stelt zeker, lieve kind!
Al mijn zorg teleur
Zoo ge uw evenmensch veracht
Enkel om de kleur.

God schiep zwart, bruin en wit
Uit hetzelfde bloed.
Gaf aan allen ’t zelfde hart,
doet aan allen goed.

’t Joodje is uw broeder ook,
Heb hem lief mijn kind!
Vader Abram was een Jood
En God was zijn vrind.

Zijt dan vriend van elken mensch
Doe aan allen wel;
Denk: in ’t land waar negers zijn,
Lacht m’om ’t blanke vel.

Petronella Cornelia van Alphen
(1763-1833)