Blog: Vrede en vrijheid vragen om verbondenheid
Mijn vorige blogbericht over de kracht van vrouwen in oorlog en vrede heeft heel wat los gemaakt. We ontvingen op kantoor mooie reacties en aanvullende verhalen. Ook waren er oproepen om als Vrouwen van Nu aan te sluiten bij de vredesbeweging. De reacties geven aanleiding om nog even op dat onderwerp voort te borduren.
Wist je bijvoorbeeld dat 24 mei Internationale Vrouwendag voor Vrede en Ontwapening is? Deze datum eren we wereldwijd vrouwen die zich inzetten voor een vreedzamere wereld. Het is een dag die minder bekend is dan 8 maart, maar minstens zo krachtig. Want juist in de schaduw van geweld en conflict, laten vrouwen keer op keer zien hoe je vanuit zorg, verbinding en vastberadenheid kunt bouwen aan vrede. Net als 5 mei herinnert ook deze dag ons eraan dat vrede geen vanzelfsprekendheid is. En dat ontwapening verder gaat dan het neerleggen van wapens. Het is ook het ontwapenen van wantrouwen, polarisatie en haat. Daarin spelen vrouwen wereldwijd een unieke rol. Niet op de voorgrond, maar als onmisbare schakels in gemeenschappen, gezinnen en netwerken.
Bijzonder is dat ik niet eerder van deze themadag had gehoord en er ook niets van voorbij heb zien komen in de media. Waar ik ook nooit eerder van had gehoord is het Korps Vrouwelijke Vrijwilligers (KVV). Die naam kwam ter sprake in een gesprek dat ik onlangs had met Laila Ait Baali, directeur van Vereniging Nederlandse Organisaties voor Vrijwilligerswerk. Het KVV is een inspirerend voorbeeld van vrouwelijk vredeswerk. In de nadagen van de Tweede Wereldoorlog en in de nasleep van de bevrijding stonden vrouwen op om hulp te bieden. Niet met wapens, maar met inzet, organisatiekracht en menselijkheid.
Het KVV bestond uit vrouwen die – vaak in stilte – bergen werk verzetten: ze boden hulp in evacuatiegebieden, ondersteunden bij voedseluitdelingen, verleenden eerste hulp, en vingen kinderen op die hun ouders verloren waren. Wat deze vrouwen deden, was niet spectaculair in militaire zin – maar wel cruciaal. Zij brachten orde, zorg en hoop waar chaos en angst overheersten.
Een dag als 24 mei draagt bij aan het historisch besef rond de positie van vrouwen in oorlog en vrede. Het kennen van de geschiedenis – van vrouwen in het verzet, van de oprichting van het KVV, van de rol van plattelandsvrouwen in oorlog en wederopbouw – geeft ons houvast. Die verhalen laten zien hoe krachtig solidariteit kan zijn, hoe belangrijk het is dat mensen opstaan, en hoe vrouwen – vaak tegen de stroom in – hoop, stabiliteit en structuur wisten te bieden.
Zonder dat besef en die verhalen verliezen we lessen die met moeite en moed zijn geleerd. Juist nu, in een tijd waarin vrede wereldwijd onder druk staat, is het nodig om terug te kijken om vooruit te kunnen. Verhalen van vroeger zijn geen museumstukken – ze zijn richtingwijzers.
De gedachte achter 24 mei is internationaal. In conflictgebieden, van Sudan tot Oekraïne, van Colombia tot Myanmar, staan vrouwen op. Ze onderhandelen over wapenstilstanden, zetten opvangnetwerken op, werken aan herstel van gemeenschappen en geven vorm aan verzoening. In 2000 erkende de VN voor het eerst expliciet deze rol met Resolutie 1325 over ‘Vrouwen, Vrede en Veiligheid’. Een mijlpaal die liet zien: zonder vrouwen is er geen duurzame vrede. En toch is erkenning nog steeds niet vanzelfsprekend.
Laatst maakte ik in de pauze een wandeling in de wijk waar ons kantoor is gevestigd. Het viel mij plotseling op dat alle straatnamen, namen van verzetsstrijders zijn. Wat ook opviel was dat er maar enkele borden met vrouwennamen waren. Het weekend erna bezocht ik een theaterstuk over het leven van Josephine Baker. Ik leerde dat zij naast een bekende revuedanseres en mensenrechtenactiviste, ook een Franse verzetsstrijder was.
De rol van Vrouwen van Nu, de straatnaamborden, het KVV en het stuk van Josephine Baker, de vraag van leden of we niet iets met het onderwerp vrede en vrijheid moeten doen… De samenhang biedt stof tot nadenken.
Ik loop al een aantal dagen te peinzen over wat we met het thema vrouwen en vrede moeten doen. Houden we het bij een post op social media of moeten we serieus nadenken over een project? Vandaag besef ik dat we alles wat we nodig hebben, er al is. We hebben deze nieuwsbrief, ons magazine, en onze online kanalen. Ze zijn een podium. We bereiken een breed publiek. Maar bovenal hebben we een gemeenschap van 20.000 vrouwen. Die verbonden zijn. Niet alleen in woorden, maar vooral in daden. De verhalen van vroeger dragen bij aan ons historisch besef, zodat we (weer) weten waar we vandaan komen – en waar we voor staan. We zijn samen actief en komen samen in actie. Ik ben ervan overtuigd dat als er nu een nood zou uitbreken, dan staan we er. Voor elkaar en voor de gemeenschap. We zijn geen gezelligheidsclubje, maar een ‘bond’ van vrouwen van nu.
Erica van Engel, directeur van Vrouwen van Nu