Gedichten

Gedicht gemaakt voor de afdeling Zeewolde: 

Vrouwen met een visie, een stem, een idee
Modern en daadkrachtig ontmoeting en aandacht
Vertrouwen en vaart, zo zetten we Steenwijk meer op de kaart
Scherp, inspirerend, hardwerkend begaan,
't zijn vrouwen die steeds weer hun mannetje staan
Mannen zijn sterk (dat zeggen ze vaak), vrouwen volharden en runnen de zaak
Zij zeggen, tot hier, en rien ne va plus, ofwel dit werkt niet
Ze zijn niet van gister, die Vrouwen van Nu
Hoe zien ze zichzelf, als een soort paradox, de dochters van toen, de oma's van straks
Hun participatie, hun inzet, hun raad
Zonder Vrouwen van Nu, zou het stil zijn op straat.

Gedicht uit het bomenboekje van Vrouwen van Nu, over de boom van afd. Polder II/Steenwijkerwold

Ik keek naar de boom
Bestudeerde zijn vorm
Berekende zijn waterhuishouding
Bekeek of hij niets of niemand hinderde
Pijnigde ondertussen mijn hersens
Over de naam die hem eens was gegeven
Moe van dit alles leunde ik tegen zijn stam
En zie
Opeens hoorde ik hem ruisen
Zag hoe hij sprak met de wind
Voelde dat hij schaduw en koelte gaf
En toen
Toen vond ik hem zo lief
Dat ik hem omarmde
En gewoon een hele dikke knuffel gaf

Jannie Bosch
 

 

Gedicht vd voorzitter bij de opening van het seizoen september 2019:

De meeste treinen rijden achterlangs het leven
Je ziet een schuurtje met een fiets er tegenaan
Een kleine jongen is nog op, hij mag nog even
Je ziet een keukendeur een eindje openstaan
Als je maar niet door deze trein werd voortgedreven
Zou je daar zonder meer naar binnen kunnen gaan

En je ontmoette daar niet eens verbaasde blikken 
Je zou toch komen? Iedereen had het vermoed
Ze zouden even, haast onmerkbaar, naar je knikken
Want wie verwacht is, wordt maar nauwelijks begroet
Je zou zomaar aan hun tafel kunnen schikken
en alle dingen waren plotseling weer goed

Gedichten afdelingsavond oktober 2019:

Shoppen
Soms shop ik hele dagen
Soms even niet
Dan kijk ik wat ik heb
Het is meer dan ik denk
Maar er kan altijd wat bij
Want de mode is nog lang niet voorbij.


Herfst
Donkere wolken pakken samen
Een regenbui klettert tegen de ramen
De zomer is weer verdwenen
Een nieuw seizoen verschenen.
De bladeren van de takken verkleuren
Dat is iedere herfst hetzelfde gebeuren
Prachtige, goudgele tinten verschijnen
Maar zullen ook spoedig verdwijnen
Storm en regen vieren hoogtij
Maar bedenk goed, dit gaat weer voorbij.

Gedicht vd voorzitter afdelingsavond november 2019:

Zeg, mocht je mij missen
Ik ben heel even weg
Want soms heb ik schoon genoeg
Van al die woorden, al dat gepraat
Ik zit veel liever daar op een bankje
Iets verderop in de straat
Luisterend naar spelende kinderen
Of vogels hoog in de boom
Om even mijn ogen te sluiten
Maar als ik ze weer open doe
Weet ik dat ik niet droom
En hier niet eeuwig kan blijven zitten
Ik moet terug naar al dat gepraat
Maar voor nu blijf ik nog heel even
Zitten op dit leuke bankje
Hier, in het midden van de straat

Door: Maaike Schaap

Bevoorrecht

Mong zat op de steen voor zijn hut
Er was een jaarmarkt en de mensen en dieren kwamen voorbij
Eerst reisde ik door de wereld en nu trekt de wereld aan me voorbij,
Dacht Mong: 'ik ben een bevoorrecht mens'.

Gedicht afdelingsavond januari 2020: Lezing over de Wens Ambulance:

Woorden

Zoveel woorden al gezegd
Geschreven en bedacht
Maar in bepaalde situaties
Heb je geen woorden nodig
Maar daden
Leen je schouder uit
Sla je arm om iemand heen
Maar bied vooral
Een luisterend oor.

Gedicht afdelingsavond februari 2020:

De Stad 

De stad lig in de avondgloed
De torens en de tinnen blinken
Maar 't laag gedaalde zonlicht doet
Wat kleurig was in schaduw zinken

De schemerige wegen zijn
Nog vol, en in de nauwe stegen
Ziet men zich in de vale schijn
Een vage mensendroom bewegen:
Vrouwen van Nu?

Gedicht afdelingsavond september 2020:

De bomen komen uit de grond 
En uit hun takken de twijgen
En iedereen vindt het heel gewoon 
Dat zij weer bladeren krijgen
We zien ze vallen naar de grond 
En dan opnieuw weer groeien
Zo heeft de aarde ons geleerd
Dat al wat sterft zal bloeien.

------ 

Weest nooit bang om te proberen
Zelfs al gaan er dingen mis
Niets doen is garanderen
Dat ales blijft zoals het is....

Martin Gijzemijter

 

Kerst 2021

Over mens zijn.

Als we jong zijn of ouder, maken we soms vol overtuiging bepaalde keuzes waarvan we later het gevoel hebben dat ze totaal niet bij ons passen. 

Hoe komt dat, is het te voorkomen en hoe vind je alsnog het voor jou juiste pad?

Als je weet wat jouw waarden zijn, maak je sneller de juiste keuzes. 

Een mooie decembermaand gewenst!

 

Gedicht afdelingsavond februari 2022

Uit Toon Tellegen Maar niet uit het hart…..

Denk je dat wij ooit afgelopen zijn, eekhoorn? vroeg de mier op een keer. De eekhoorn keek hem verbaasd aan. Nou, zoals een feest afgelopen is, zei de mier, of een reis? De eekhoorn kon zich dat niet voorstellen. Maar de mier keek uit het raam naar de verte tussen de bomen en zei: Ik weet het niet, ik weet het niet….. Er verschenen rimpels in zijn voorhoofd. Maar hoe zouden we dan moeten aflopen? vroeg de eekhoorn. Dat wist de mier niet. Als een feest is afgelopen gaat iedereen naar huis, zei de eekhoorn. En als een reis is afgelopen wrijf je in je handen en kijk je of er nog een potje honing in je kast staat. Maar als wij zijn afgelopen…… De mier zweeg. Hij maakte een raar geluid met zijn voelsprieten. Wat is dat voor een geluid? vroeg de eekhoorn. Knakken, zei de mier. Daarna bleef het lange tijd stil. De mier stond op en begon met zijn handen op zijn rug, door de kamer heen en weer te lopen. Denk je erover na? vroeg de eekhoorn. Ja, zei de mier. Weet je het al? Nee. De mier ging tenslotte weer zitten. Ik weet het niet, zei hij. Ik weet vrijwel alles, dat weet je eekhoorn… De eekhoorn knikte. Wat ik niet weet, ging de mier verder, mag geen naam hebben. Maar of wij ooit aflopen… Hij schudde zijn hoofd. De eekhoorn schonk nog een kopje thee in. De mier nam een onzeker slokje en zei…. Je loopt niet af, maar je loopt door naar een nieuwe toekomst.

Gedicht afdelingsavond 16 maart 2022

 Voorjaar                                      

Heel voorzichtig en heel even
komt het voorjaar naar ons zien
waar of wij toch zijn gebleven
of wij bleekjes zijn misschien

Dan weer laat ze het afweten
en wordt het nog even fris
zodat bijna wordt vergeten
dat ze er toch echt wel is

Als dan eenmaal is gekomen 
toch de tijd om door te gaan
zie je dat zelfs aan de bomen
die zo mooi vol knoppen stan

Om dan na een tijd van wachten
ja vol ongeduld misschien
als ze eenmaal is op krachten
mooie bloesems laten zien

Hetty

Gedicht afdelingsavond 21 september 2022

Geluk is weggelegd voor iedereen
Maar het is ongrijpbaar als een vlinder
Geluk is stralend als een bloem
Het kan niet worden uitgedrukt in poëzie
Het duurt soms maar een fractie van een uur
Maar in het hart blijft het bestaan tot in eeuwigheid!

Afdelingsavond 19 oktober 2022 

De duif en de mier- Aesopus - De fabel van de duif en de mier. Dwars door het bos liep een helder, kabbelend beekje. Onder een grasspriet in de berm zat een mier. Die had erg veel dorst en daarom boog ze zich voorover om wat te drinken. Maar terwijl ze dat deed gleed ze uit en viel ze in het water. De stroom sleurde haar mee, ver weg stroomafwaarts. Hoe ze ook haar best deed, ze redde het niet om aan de kant te komen. Op dat moment vloog er een duif boven de beek. Deze zag de in het water spartelende mier en had medelijden met het in nood verkerende diertje. De duif brak een takje van een in de buurt staande struik en liet dat in het water vallen. De mier aarzelde geen moment en klauterde vlug op het takje en bereikte zo veilig de oever. Kort daarop was de mier aan het wandelen, toen ze de duif toevallig weer ontmoette. Een jager stond op het punt de vogel in een groot net te vangen. De mier, die zag wat er ging gebeuren, stak de man in zijn hiel. Deze gaf een gil van schrik. De duif hoorde het, werd bang en vloog weg. 

                                ---------

Een oude man die het eind van zijn leven voelde naderen, riep zijn 3 zoons bij zich en zei: Ik kan mijn bezit niet door drieën delen, want wat ik nalaat is niet te verdelen. Daarom heb ik besloten alles na te laten aan degene die het meest intelligent is en het helderste inzicht bezit. Op tafel ligt voor ieder van jullie een muntstuk. Neem het. Wie er iets van koopt waarmee de hut waarin we wonen geheel gevuld kan worden, zal alles krijgen. Ze vertrokken. De oudste zoon kocht stro, maar dat reikte slechts tot halverwege. De tweede zoon kocht zakken met veren, maar ook hem lukt het niet de hut te vullen. De jongste zoon kocht iets heel kleins, een kaars. Hij wachtte tot het donker was, stak de kaars aan en vulde zo de hele hut met licht…..