Mooie herinneringen aan de Vrouwen van Nu Moordrecht

MOOIE HERINNERINGEN AAN DE VROUWEN VAN NU VAN MOORDRECHT

 

30 juli 1964 werd met veel toeters en bellen, in de Montagne kliniek te Gouda onze dochter Andrea geboren.

Ik kwam in de serre te liggen en daar lag ook mevr. Vrijland (Bep Hardijzer). Ik kende haar niet, dat werd gauw anders toen mijn man kwam, oh, ben jij de vrouw van Wim, van ouwe Dirk Verdoold.
Wat heb ik een prachtig kraambed gehad, heel veel gelachen. Zeker als ze bezoek kreeg.
Angeline, haar dochter, kwam na drie zoons. Er werd elke keer een koffer met meisjes baby- kleding voor de dag gehaald, ze was zo trots.
Ze vertelde dat ze in het bestuur van de Plattelandsvrouwen zat. En ik moest ook maar lid worden!
Toen m'n vriendin, Janny Bos, op bezoek kwam, werden we samen lid.
En daar hebben we geen spijt van gehad. Bep, Janny en ik zijn vriendinnen gebleven.
Jammer is dat ze veel te vroeg is overleden.
Angeline en Andrea bleven ook veel contact houden, en zijn nu bijna buren.
Dit is leuk lidmaatschap.

Groet van Janny Bos en Wil Verdoold

 

In 1978 kwam ik met mijn man en twee kleine kinderen in Moordrecht wonen. We hadden nog nooit van Moordrecht gehoord maar i.v.m. het werk van mijn man wilden we een beetje centraal in Nederland wonen. Mijn man en ik kwamen echt uit de grote, drukke stad dus zo’n klein dorpje leek ons wel wat met kleine kinderen.

Op een dag kwam een vriendelijke buurvrouw vragen of ik zin had mee te gaan naar een avond van de Plattelandsvrouwen. Als stadse wist ik helemaal niet dat zoiets bestond maar om de mensen uit het dorp een beetje te leren kennen ben ik meegegaan en lid geworden. Toen onze jongste zoon was geboren stond er opeens een dame voor de deur met een bos bloemen namens de Plattelands­vrouwen. Ik geloof dat ik haar in de verwarring niet eens binnen heb gelaten. Hierbij alsnog mijn excuses. Die jongste is nu overigens 41 jaar.

In het begin als gewoon lid maar later ook in het bestuur als een soort ‘vliegende keep’, heb ik o.a. geholpen met het tijdelijk vervangen van Mieke v.d. Bas in het bestuur, het organiseren van de excursies, dagreisjes, de reumacollecte, ouderenmiddagen en sinds 1996 ben ik redactielid. Dat heb ik overgenomen van Marijke Eeuwis. Zij werd ziek en het bestuur vroeg of ik het tijdelijk wilde overnemen. Helaas is Marijke overleden en ik ben redactielid gebleven. Met medewerking van o.a. Thea Wevers, Adri Harteveld en Siska Antonisse. In die tijd kwam er elke maand een boekje uit. Corrie Liefhebber tekende er leuke, toepasselijke tekeningetjes bij. Ook ontwierp zij de covers van de boekjes die nu op het voor- en achterblad van het jubileumboekje staan. Later werd dat één boekje in februari en één in september. Voor de andere maanden maakten we een flyer. De tijd bij de Plattelandsvrouwen, later Vrouwen van Nu, was heel leerzaam en leuk. Je leert er veel van, o.a. werken op de computer en dingen organiseren.

Van de cursussen die werden gegeven popt er één onmiddellijk op nl. de cursus “banden verwisselen” in garage ’t Centrum. De cursus zelf was al hilarisch maar een week later stond ik met een lekke band langs de snelweg. Die kon ik dus helemaal zelf verwisselen. Was ik best trots op.

Ook de uitstapjes met de tuinclub en de langere reisjes naar Berlijn, Istanbul, Barcelona, Lissabon en vooral St. Petersburg en Moskou waren heel bijzonder. Met deze reisjes ging ook mijn moeder mee. Dat heb ik ervaren als een heel mooie tijd om samen met haar te delen. Samen met haar op Het Rode Plein staan is toch heel apart.

Al met al heb ik heel goede herinneringen aan de Vrouwen van Nu. Jammer dat het nu ophoudt.
Ik wens u allen het allerbeste,

Tiny Buitelaar

 

Ik werd lid toen ik eind jaren 70 Engelse lessen volgde aan de Nutsacademie in Rotterdam. 
Via via hoorde ik dat de Plattelandsvrouwen zulke leuke uitwisselingsreizen naar Engeland maakten.
Kringreizen heetten die. Vrouwen uit de omgeving deden mee: ik herinner me nog uit Benthuizen, Zoetermeer, Bleiswijk, Reeuwijk, Nieuwerkerk en Moordrecht.
Het was voor die Engelse contacten dat ik lid werd. En, leuk! We kregen een aardige Engelse vrouw bij ons te logeren, die alles “lovely” vond. En nice, en wonderful. Wij vonden het ook.
Het jaar daarop mocht ik naar Engeland en bij haar logeren, in Wales nog wel. Wat waren dat een geweldige reizen: onze kring bezocht daar in Wales een kring van Women’s Institutes (WI). We sliepen als het even kon bij onze gast van vorig jaar, kregen een prachtig Engels ontbijt, werden naar onze eigen bus gebracht en toerden van het ene bezienswaardige plaatsje naar het andere in Noord Wales, genoten lunch en tea bij verschillende afdelingen, waarna onze gastvrouw ons weer bij de bus oppikte en mee naar huis nam, voor dinner. Als we nog pap konden zeggen werden we nog eens mee uit genomen, waar ook een supper aangeboden werd. (Er kwamen trouwens heel wat Engelse pondjes bij, en ik heb het nu niet over geld).
Ik heb totaal vier keer een WI-dame mogen ontvangen, en drie keer uit logeren geweest in Engeland, allemaal bijzonder leuke ervaringen, voor mij natuurlijk ook het Engels spreken, en daardoor mooie contacten, onze gasten verbaasd laten staan van het hoogteverschil van het water hier, de Keukenhof was ‘a treat’ en Koninginnedag een ongekend succes met de spelletjes en vrijmarktjes.
Het was jammer dat de landelijke reizen de kringreizen hebben verdrongen, ik had best elk jaar zo door willen gaan.
Wie meer Engelse sfeer wil opdoen raad ik aan te kijken naar de film Calendar Girls, daar zie je het hele apparaat van de Vrouwenvereniging van Engeland in werking, kostelijk, komisch en herkenbaar.

Adri Harteveld

 

 

Na onze vakantie lag de flyer in de bus, met de terugblik van de koffie-ochtend, waar we unaniem voor opheffing van onze afdeling stemden. Treurig nieuws, maar het is niet anders. Ook stond er blij nieuws in. Er zou een jubileumboekje komen, dan denk ik leuk, maar wie schrijven dat dan, oh ja, ik kan natuurlijk ook wel een stukje schrijven. Maar dan waarover, over de avonden, de cursussen of de jaren dat ik in het bestuur heb gezeten? En al die buitenlandse reisjes dan, even in het geheugen gegraven en een lijstje gemaakt, indrukwekkende lijst.

Het begon voor mij met de reis naar Engeland in 1978. De Yorkshire Federation of Women’s Institutes nodigde onze kring uit om naar York te komen. Mijn vriendin, Heleen Stolk, wilde heel graag en vroeg aan mij of ik ook mee wilde, dat had nog wat voeten in de aarde omdat we basisschoolkinderen hadden en die kwamen tussen de middag naar huis om een boterham te eten en van na schoolse opvang had toen nog niemand gehoord. Maar mijn echtgenoot nam een weekje vakantie en zorgde ook voor het kroost van Heleen en we gingen mee. We voeren vanaf Rotterdam naar Hull. De eerste tegenslag kwam al snel, een motor van het schip stopte ermee, zodat we uren te laat in Hull arriveerden en de boot schommelde, waardoor we als dronken meiden door de gangen liepen. Maar eenmaal aan wal was het leed geleden en werden we naar het College gebracht, waar we konden overnachten. De studenten hadden vakantie en zodoende stond het leeg. We werden door verschillende dames rondgereden om de omgeving te laten zien en werden in de verschillende dorpen door de plaatselijke afdelingen ontvangen en kregen veel lekkers te eten. We haalden zelfs de plaatselijke pers. De laatste avond hebben we zelf een avond georganiseerd, met zelfs Sinterklaas en Zwarte Piet. Het resultaat van deze reis was een levenslange vriendschap van 2 boerinnen en van mij een liefde voor Engeland, waar we daarna nog vele malen op vakantie zijn geweest.

Later kwam Bertha van Vliet op een lumineus idee om in het boekje een stukje te zetten over haar verlangen om eens naar Parijs te gaan. Misschien waren er wel meer dames, die dat verlangen hadden en samen konden ze dan een reisje boeken. Er kwamen inderdaad responses op en er werd geboekt en gereisd en zo genoten dat er een vervolg moest komen. Dat werd Praag en omdat het veel werk was voor 1 persoon ging ik Bertha helpen. Na Praag kwamen Wenen, Berlijn, London en Barcelona. Daar gingen we met het vliegtuig naar toe. Weer een mijlpaal! In het heilige jaar 2000 gingen we naar Rome en Napels. We liepen door de heilige deur de Sint Pieter binnen, stonden op het plein op de paus te wachten, maar de paus liet zich niet zien. We reisden naar Moskou en Sint Petersburg, Budapest, Dresden, Istanbul , Brugge en Lissabon.

In Moskou hadden we nog een ontmoeting met Gorbatsjov, althans hij liep ons voorbij. We waren met onze gids op het kerkhof, waar vele bekende Russen begraven liggen en zagen het graf van de vrouw van Gorbatsjov. Nu weet ik niet meer of het haar geboorte- of sterfdag was, maar we stonden op een van die data bij haar graf. Nu hadden we bij het binnenlopen van het kerkhof al mannen met oortjes in gezien en we liepen al grapjes te maken, dat een stel Hollandse dames vast beschermd moesten worden, maar het bleek, dat mijnheer Gorbatsjov het graf van zijn vrouw ging bezoeken. We hebben hem vriendelijk begroet en hij knikte ons toe. Nu ligt hij er zelf denk ik.
We hebben vele goede herinneringen aan deze reisjes, altijd veel plezier met elkaar gehad, vele leuke ontmoetingen en dat dankzij het lidmaatschap van de Vrouwen van Nu.

Joyce Hanenberg 

 

 

In het blad de “PLATTELANDSVROUW“ uit het begin van de tachtiger jaren las ik:

Politiek een mannenzaak................ kom nou!!     
en “Politiek ................ waar blijft de vrouw??”

Voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2 juni 1982 werd ik door de PvdA gevraagd om op hun kandidatenlijst te komen staan en dan wel als vrouw op de tweede, dus verkiesbare plaats.

Na wat aarzelen stemde ik toe en zodoende werd ik op 7 september raadslid van de gemeente Moordrecht en in een fractie van 5 personen de enige vrouw. De lijsttrekker Frans Beckers werd wethouder naast VVD wethouder Ad Vis.

Op 2 februari 1983 belegde de NBvP een themaochtend over “Vrouwen in de Politiek”. De dames Kreder en Vis - oud raadsleden - en mijn persoontje hielden een praatje over het raads­lidmaatschap. Een stukje “MAAT­SCHAPPIJ­LEER” dus.

In september 1984 werd Frans Beckers tot burgemeester van Stramproy benoemd en om allerlei redenen was ik degene die nu wethouder moest worden. Samen met Ad Vis en na diens vertrek in april 1986 met Henk Zomerdijk.

In april 1987 werd burgemeester Bandell in Papendrecht benoemd en werd ik 7 maanden locoburgemeester met in november een nieuwe burgemeester, André Bonthuis.

En toen werd in juli 1988 Henk Zomerdijk tot burgemeester van Echteld benoemd. Door zijn vertrek kwam er een nieuwe VVD-wethouder. En wat denkt u: een vrouw, Gerdien Tober.
En zo kregen we in Moordrecht de situatie dat de meerderheid van het college vrouw was.

Over emancipatie gesproken!!!

We hebben wel het nodige meegemaakt tot 1992. Toen heb ik om persoonlijke redenen besloten om de politiek vaarwel te zeggen!!!

Na het afkicken van de 8 jaar wethouder kreeg ik nu meer tijd voor de Plattelandsvrouwen. Er werden leuke cursussen gegeven.

Ik denk aan:

* Zandschilderen
* Textielverven
* Kaarten maken
* Theezakjes vouwen
* Kalligrafie en nog veel meer.

Sommige gegeven door eigen leden zoals Nel van Ammers en Jopie Stoppelenburg, maar soms ook door buitenstaanders.
Ik was meestal een trouwe deelnemer en ook de avonden bezocht ik trouw. Na het overlijden van Frans en ik door enkele operaties niet meer kon fietsen en in het donker niet meer alleen naar “De Zespunt” kon, kwam Gerdien mij ophalen en bracht me weer thuis.

Over vriendschap gesproken !!!!!

 

In 2010 werd ik gevraagd of ik de website wilde onderhouden want ik was nog jong dus zou waarschijnlijk wel begrijpen hoe de website in elkaar stak. Dat bleek echter wel een stukje ingewikkelder dan ik aanvankelijk in gedachte had. Ik ging in de leer bij degene die het tot dan toe digitaal had bijgehouden, een familielid van één van onze leden. Het was nog een hele klus om het onder de knie te krijgen. Omdat het een nieuw systeem was werden er nog steeds cursussen gegeven van uit de Vrouwen van Nu, ook daar heb ik dankbaar gebruik van gemaakt.
De website bestaat uit een bepaald soort format die je gebruikt als leidraad, hierin moet je dan je tekst verwerken en ook de foto’s erbij doen om het tot een mooi geheel te maken. Zo kwam de website piekfijn op jullie computerscherm en heb ik deze al die jaren maandelijks bijgehouden. Ik had dan ongeveer een uur tot anderhalf uur werk om alles weer te updaten met alle nieuwsfeitjes. Wat heel veel werk was, was als het boekje uitkwam. Daar staat natuurlijk veel meer tekst in en ook moest alles weer gecontroleerd worden zodat alles nog klopte, zoals de zitting van het bestuur, bepaalde namen van leden die bijvoorbeeld de boekjes uitdeelden. Als het boekje uitkwam was ik al gauw twee à tweeënhalf uur bezig met de website.

Ik heb de website de afgelopen 13 jaar met veel plezier gedaan en ik zal het straks ook best wel gaan missen. Wat ik er zo leuk aan vond was om overal de juiste foto’s erbij te zoeken. Dat was nog wel het meest tijdrovende klusje want niet alle foto’s werden geaccepteerd door het programma, dan was het te groot, dan te klein, of het mocht niet vanwege auteursrecht, het had nog heel wat haken en ogen.
Ik vind het erg jammer dat de Vrouwen van Nu afdeling Moordrecht ermee stopt. Ik weet nog niet of ik mijn aansluiting wil vinden in Gouderak waar ik woon. Moordrecht was toch mijn thuishaven.

 

Miranda Prosperi

 

“Het resultaat van deze reis was een levenslange vriendschap van 2 boerinnen”, schrijft Joyce Hanenberg in haar herinneringen. Eén van die boerinnen was ik. De ander boerin was Elsie Wood. Na een bezoek aan het museum van de bekende schrijfsters de gezusters Bönte in Haworth verzorgde de WI – Women’s Institute - een lunch voor ons. Een van de leden van de WI was Elsie. Zij vroeg aan Joyce of er ook een boerin in onze groep zat. “Dan moet je bij Gerdien zijn”, was het antwoord. Zo hebben we elkaar leren kennen, wat zoals Joyce schrijft, “een levenslange vriendschap” is geworden en hebben we elkaar heel veel brieven geschreven. Dat had je in die jaren, want de reis naar Yorkshire was in 1978.

Ook hebben we elkaar vele keren opgezocht. Ik ben elf keer bij Elsie geweest en Elsie is 10 keer in Moordrecht geweest. Natuurlijk met haar man Tom, maar ook met al haar kleinkinderen.

Natuurlijk heb ik de omgeving waar Elsie woonde en nog altijd woont - Cross Roads vlakbij Keighley in West Yorkshire - bekeken en haar familie en vriendinnen leren kennen. Ook ben ik met Elsie naar Londen, Schotland, Wales en de laatste keer naar North Cumberland geweest.

Zo heb ik ook in al die jaren mijn Engels opgehaald wat mij zeer goed van pas is gekomen toen ik in 1988 ben uitgenodigd voor een congres voor agrarische vrouwen in Amerika. Ik ben niet alleen naar het congres geweest. In totaal ben ik er 12 dagen geweest waarbij ik ook familie heb opgezocht.

Mooie herinneringen niet alleen aan deze levenslange vriendschap, maar natuurlijk ook aan de afdeling zelf. Daar liggen mijn bestuurlijke roots. In 1969 ben ik lid geworden nadat Anna van Nielen het mij had voorgesteld, want “het lijkt me leuk als je lid wordt, want dan leer je meer mensen kennen” en mij had opgehaald. Komende uit de kop van Noord Holland was dat een goed idee van haar.

In 1973 werd ik in het bestuur gekozen op voordracht van Nel Hardijzer. Nel ging uit het bestuur en zij - en Wim ook - vond dat er toch iemand uit de polder in het bestuur zou moeten. Eerst ben ik twee jaar secretaris geweest en daarna vier jaar voorzitter. Daarna ben ik lid geworden van het Provinciaal Bestuur namens kring 3. Inmiddels was ik ook lid van de provinciale agrarische commissie. Het waren de jaren van de tweede emancipatiegolf. Wij hielden ons bezig met de positie van agrarische vrouwen. Dit leidde in opdracht van de Stichting Burgerschapskunde tot het schrijven van het boek “Besparen of verdienen”.

Er volgden nog heel veel besturen. Nu ben ik nog actief bezig om mensen zowel op het Gemaal Abraham Kroes als het Gemaal de Hooge Boezem achter Haastrecht te vertellen hoe we in het westen van Nederland droge voeten hebben gekregen en houden. In al die jaren heb ik dus met heel veel plezier heel veel mensen leren kennen met veel mooie herinneringen.

Gerdien Tober

 

Het vignet

Dit is in 1970 ontworpen door J. Koning.
De sterk naar boven wijzende vormen verbeelden koren en bloemen en symboliseren optimisme en vrolijkheid.