
Moeder en kind uit de Ommerschans
Op weg naar een vergadering, verdwaalde ik.
Ineens was ik in een onbekend plaatsje geheten Vinkenbuurt. Op de Kolonieweg. En om onverklaarbare redenen werd ik angstig. Geen idee waar ik was en waar die lange weg naar toe voerde.
Ik hoorde 'hier komen we nooit meer weg" en kreeg gevoelens van benauwdheid, hopeloosheid, machteloosheid. Ben benieuwd waar ik uitkom, dacht ik bij mezelf, ik kwam eindelijk iets bekends tegen: een bord met Ommen erop. Die kant maar uit. Ik kwam door het dorpje Witharen en herinnerde me dat daar een beeldentuin was. Laten we van de nood een deugd maken, dacht ik Op naar de beeldentuin. praatje met de eigenares. Ik vroeg naar die kolonieweg. "O", zei ze, "daar was vroeger de strafkolonie Ommerschans. Daar zijn heel nare dingen gebeurd. Maar als je nog leuk wil wandelen dan is hier vlak bij het Vastenerbos, dat is nog een stukje oerbos". Oerbos leek me wel wat. "Goed idee" zei ik. En ik sloeg het pad in naar het Vastenerbos. Naar mate ik dieper in het bos kwam, ging ik me steeds beroerder voelen. Ik kreeg buikkrampen en ben maar teruggegaan. het voelde niet fijn. hoorde dit ook bij die strafkolonie Hebben mensen die gevlucht zijn, hier gezeten, in doodsangst?
Thuis gekomen heb ik op internet informatie opgezocht over Ommerschans. Het bleek een oud fort te zijn, gebruikt door de Stichting voor weldadigheid waar landlopers en bedelaars vroeger werden opgesloten ter heropvoeding. er waren drie instellingen: Frederiksoord, Balkbrug en Ommerschans. In Frederiksoord kwamen zogenaamde asociale gezinnen terecht. Als je pech had kwam je in Ommerschans terecht, waar mensen dwangarbeid moesten verrichten en mishandeld werden. Boven de poort van strafkamp Ommerschans stond "Instelling voor weldadigheid". Ik ga er maar vanuit dat de bedoeling in die tijd goed was. Hoe het uitpakte en wat het voor die mensen betekende, heb ik proberen uit te drukken met deze schilderijen van een moeder en kind
Sarah Elfenbein