
Piekeren kun je afleren
Verslag van de lezing over Piekeren van Maurice Topper, klinisch psycholoog bij de GGZ Noord-Holland Noord, gehouden op donderdagmiddag 24 maart jl. in de Samenvaart.
Aan de hand van duidelijke beelden op een scherm, doet Maurice zijn verhaal over angst- en dwangstoornissen.
Heel kort door de bocht heeft piekeren (niet te verwarren met nadenken) totaal geen zin en toch doen we het in meerdere of mindere mate allemaal wel, vooral ‘s nachts, want dan kunnen al die nare gedachten ongehinderd binnenkomen.
Stel jezelf de volgende vragen:
Heb je een probleem? Bij het antwoord NEE, is er dus niets om over te piekeren. Bij het antwoord JA, is de volgende vraag: kun je er iets aan doen? Zo ja, doe dat dan. Zo nee, dan heeft piekeren ook geen zin.
Mooi, klaar dus!
Maar zo werkt het lang niet altijd.
Wat is piekeren:
- verbale gedachten
- met een negatieve inhoud
- relatief oncontroleerbaar
- gericht op gebeurtenissen in de toekomst die negatief kunnen uitvallen
- waarbij je je zorgen maakt over de toekomst.
Vrouwen piekeren meer dan mannen. Dit hangt samen met de volgende factoren:
Vrouwen ervaren in het algemeen meer stress door hun zorg voor huishouden, kinderen en werk (en ouders), hebben vaak een lagere sociale status, hebben vaak minder macht en dragen op meer terreinen verantwoordelijkheid.
Piekeren hangt nauw samen met angst voor de toekomst.
Er is sprake van een angststoornis als:
- iemand buitensporig bezorgd is,
- dit langer dan zes maanden duurt,
- gepaard gaat met vermoeidheid, rusteloosheid en prikkelbaarheid,
- er sprake is van slapeloosheid, spierspanning en weinig concentratie en
- een negatieve kijk op zichzelf en op de wereld ( “het zal wel weer niet goed zijn” en “ik kan ook niks”, “natuurlijk, dat heb ik weer”, “ik ben ook altijd de klos”).
Veel piekeren kan leiden tot depressies, PTSS (posttraumatische stressstoornis), eetstoornissen, misbruik van alcohol, slaapproblemen, geen passende hulp zoeken of pas veel te laat en verminderde populariteit en goedgezindheid (“zij heeft ook altijd wat te piekeren”).
Risicofactoren zijn: genetische aanleg, emotioneel misbruik en een cultuur van overcontrole.
Wat kunnen we doen aan veel piekeren?
Maurice noemde het nemen van een (dagelijks) piekerkwartiertje. Even de tijd nemen over alles op een rij te zetten en te piekeren en als je het piekeren voelt opkomen, dit even te verleggen naar het piekerkwartiertje (of halfuurtje). Ik noem dit zelf “parkeren”, nu even niet, straks mag je even volop toegeven aan je neiging tot piekeren maar Nu Even Niet.
Of het opschrijven. Waar ben je bang voor, wat kan er gebeuren, en wat als dat ook gebeurt. Schrijf al die scenario’s op en wie weet, is er zelfs in het ergste geval dat zich voor kan doen, nog wel iets aan te doen of valt het uiteindelijk toch wel mee. Het probleem in kaart brengen dus.
Ontspanningsoefeningen.
Maurice liet zien hoe je abstract en concreet kunt piekeren.
Als voorbeeld noemde hij iemand die op de fiets naar een bijeenkomst rijdt waar hij een lezing moet houden en die een klapband krijgt. Hij rijdt ergens op bv het Caloriepad.
Zijn telefoon is leeg.
Dan kan hij in elkaar duiken en denken: o, ik kom te laat, hoe moet dat nou, waarom moet dit mij weer overkomen en meer van dat soort destructieve gedachten (abstract piekeren, gericht op denken) of om zich heen kijken en denken, komt er iemand aan, is er een huis in de buurt waar ik een taxi kan bellen( concreet piekeren of beter: kijken en oplossingsgericht nadenken, gericht op actie).
De zaal bleek een kei in oplossingsgericht denken.
Dat past ons beter.
Na de pauze met een frisje, hebben we met gesloten ogen geconcentreerd oefeningen gedaan.
Een leerzame en boeiende lezing. Bedankt Maurice.
Verslag: Joke.
Wilt u informatie over Vrouwen van Nu Anna Paulowna? secretariaatap@hotmail.com